De DuizendDagenDeal
Op een school komt alles voorbij, ook de grootste klappen en het zwaarste verdriet. Suicide van een collega, leerling of ouder. Twee keer in één week, net voor de zomer. Ongeloof overheerst. Maar dan meteen de vraag: hoe ziet samen delen eruit nu de lessen al afgelopen zijn? Hoe kunnen we dit met elkaar opvangen? Na deze dagen baart het me zorgen. Zes lange weken vrij zijn ook zes weken waarin sommige leerlingen de structuur van school missen, de lessen en de lol die je even wegtrekken bij wat je pijn doet, de extra ogen die kijken hoe het gaat. Er zijn leerlingen die ik maar met moeite de vakantie in laat gaan.
Vandaag ook sprak ik een leerling die weet hoe het is om er niet meer te willen zijn. Tijdens onze gesprekken heb ik me lang vooral machteloos gevoeld. Vragen leken op een gegeven moment niet meer relevant, antwoorden had ik niet en het luisteren maakte me bang. Hoe kon ik een 15-jarige laten geloven dat er een andere wereld is, na school en thuis, met meer mogelijkheden? Een wereld waarin je wel jezelf kunt zijn. En dan nog, hoe kon ik vragen het zo lang vol te houden, terwijk elke dag zo'n gevecht was? Toen schreef ik dit verhaaltje.
'Er was eens een meisje dat in een put zat. Ze wist eigenlijk niet precies hoe ze erin gekomen was, maar ze wist wel dat ze er niet uit kon. Ze vond de put verschrikkelijk. Donker, en koud. Ze kon niks zien behalve de hoge muren en een beetje lucht. Toen ze net in de put zat had ze zich niet zoveel zorgen gemaakt. Ze dacht dat ze er wel uit zou komen, op de een of andere manier. Maar na een tijdje zat ze er nog. En toen ze ging rondkijken zag ze niks dat haar kon helpen. Er was geen ladder of trap. Ze riep ‘help’ zo hard ze kon. Maar het klonk niet zo hard in die hoge put. Misschien zou niemand het horen. Ze raakte een beetje in paniek.
De tijd ging voorbij. Ze praatte de hele dag tegen zichzelf. ‘Je moet bezig blijven! Je moet positief denken! Je moet het wel proberen!’ en dan ging ze maar weer op zoek, naar een oplossing of wat afleiding. Ze vond geen oplossing en er was niks om haar af te leiden. Ze werd moe van het proberen en hield ook maar op met ‘help’ roepen. Ze zat in de put en dacht aan de wereld daarboven, hoe het daar was en wie daar woonden. Die wereld voelde veel te ver, onbereikbaar.
Er kroop een klein zilvervisje over de muur. Het begon te praten (dat kan in sprookjes). Het zei: ‘Ik ben de Toekomst. Ik kom van boven, van de buitenwereld. Ze zijn je aan het zoeken, daar.’ Het meisje vond dat fijn om te horen, maar ook weer niet. Ze zouden haar toch niet vinden; ze had al zoveel geroepen. En ze wilde ook niet dat iedereen met haar bezig was, en zich zorgen maakte.’ ‘Wat denk je?’ vroeg de Toekomst, ‘kom je nog naar boven?’ Het meisje haalde haar schouders op. Ze dacht van niet, maar wilde niet onaardig doen. ‘Denk je dat ze mij vinden?’ vroeg ze. ‘Dat weet ik niet,’ zei de Toekomst, ‘maar ze zijn met veel en ze doen erg hun best.’ Het meisje zei niks. Ze wilde alleen nog maar slapen en niet meer denken. ‘Hé,’ zei de Toekomst, ‘niet slapen. Wil je iets afspreken met mij? Een DuizendDagenDeal?’ Het meisje keek vragend. ‘Een DuizendDagenDeal,’ zei de Toekomst, ‘houdt in dat je duizend dagen volhoudt. En ik zorg dan dat de toekomst er anders uitziet. Beter. Je komt uit de put. Ik weet niet hoe, maar ik heb de gekste dingen zien gebeuren. Je komt eruit.’ ‘En anders?’ vroeg het meisje. ‘Anders niks. Dan ga ik weg. Take it or leave it.’
Het meisje twijfelde. Het was een raar verhaal. Duizend dagen was lang en duizend dagen in een put al helemaal. Maar ze wilde ook niet dat de Toekomst wegging. Dan was ze weer alleen. Een beetje gezelschap was beter. Ze haalde een keer diep adem. ‘Oké,’ zei ze, ‘ik doe mee. Als jij dan blijft.’
Vraag:
Er kan zoveel veranderen in duizend dagen. Je kunt erachter komen wat je leuk vindt, je kunt knetterverliefd worden, je kunt iets ontdekken van jezelf waar je trots op bent, je kunt mensen leren kennen die op jou lijken, je kunt iemand iets waardevols geven door jezelf te zijn, je kunt de wereld gaan zien, je kunt iets heel engs doen en het overleven, je kunt op eigen benen gaan staan, je kunt je haar weer laten groeien én weer afknippen, je kunt je verhaal opschrijven, of je verhaal dansen, enzovoort.
Wil je een DuizendDagenDeal met jezelf maken? Desnoods met een zelfgeknutselde kalender? Duizend dagen volhouden om uit de put te komen met de toekomst?
Vandaag was ons laatste gesprek van dit schooljaar. Er zitten bijna 600 dagen op en het is nog steeds heel moeilijk. Maar gelukkig kon ik vandaag zeggen, met vertrouwen: 'Fijne zomer! Ik zie je in september.'
Dit delen:

