De puberkameleon

Imke De Graaf • 17 november 2017
Hij appt, swipet, scrollt en hij slaapt, zwijgt, gromt. Dit is soms het beeld dat lijkt te bestaan van De Puber. Een onbegrijpelijke alien die ergens nog vaag doet denken aan je kind, de koelkast plundert en verder het hele gezin en vooral zichzelf in de weg zit. En ik ken deze vreemde mensensoort inderdaad, er loopt er bij mij thuis ook wel eens een rond. Maar ik voel toch even de behoefte een lans te breken voor deze kameleonachtige wezens, simpelweg omdat ik enorm van ze hou.

Onder invloed van de steeds strengere privacywetgeving kan ik helaas geen beeldmateriaal delen van wat ik op een gemiddelde dag op school en in de klas zie, maar jammer is dat wel. Het zou voor veel mensen (ouders) zo’n eyeopener zijn te zien hoe hun Puber zich tussen soortgenoten gedraagt en welk gedrag hij allemaal kan laten zien naast het bekende schermkleven, eten en slapen.

De puberkameleon, zeker in de onderbouw, weet feilloos hoe hij zich moet kleden om helemaal in de groep op te gaan en toch kans te maken op aandacht van de andere sekse. We mogen hier in Nederland officieel dan wel geen schooluniformen hebben, de praktijk laat toch vaak iets anders zien. Zo zag ik vorig jaar in elke les minstens drie zwarte H&M-skinny’s met gaten op de knieën. Bij het zien van de nieuwe lichting brugklassers wist ik dat Levi’s dit jaar goede zaken gedaan heeft: zeker vijf keer kwam een shirt met logo per klas voorbij, bij jongens en bij meiden. En alleen al bij het zien daarvan springen bij mij de tranen in de ogen, omdat ik weet hoe elk kind thuis voor de spiegel heeft gestaan, twijfelend over de outfit voor die superbelangrijke eerste indruk. Gelukkig was het dit jaar droog, want er is niks ergers dan regen op de eerste schooldag. Hoe moet je kiezen tussen drie keer onmogelijk: gebracht worden, een regenpak, een verzopen kat-kapsel?

Maar goed, ze zijn binnen en dan begint het pas. Voor de meiden: het betere multitasken. De beste route bedenken om via kluisje (boekenwissel) en wc (korte roddelstop, make up bijwerken) op tijd bij de volgende les te komen, maar wel zo dat de kans groot is dat je Hem (huidig object van verlangen) tegenkomt. Vriendinnen zo bewerken dat ze jouw route volgen. In de les alles bijhouden: wie heeft wat aan en hoe doet a tegen b? Wat betekent de blik van x en zag je hoe y keek? Ondertussen in de gaten houden wanneer je echt moet stoppen met appen om op te letten. Huiswerk maken, stress onderdrukken (ik snap ‘t niet en ik ga ‘t zeker niet vragen), nonchalance veinzen. Hup weer door, want het is pauze. Waar ga ik staan en hoezo reageerde niemand op mijn grap? Jongens, onderbouw: Wat gebeurt daar? Huh? Woehaha! Wat? Op vier poten? O ja. Alles uit de etui halen, kunnen we daar iets mee om de tijd te doden? Hebben we een projectiel? Anything? Jongens, bovenbouw: hoe krijg ik die benen onder dit tafeltje. Wat een saaie les..do-de-lijk… Wat is er nou weer niet goed? Er staat toch iets?

En in al die chaos, dwars door al dat gedoe heen, zie je af en toe ogen oplichten, de liefste blos door een laag foundation, verontwaardiging, verdriet, verliefdheid. Knetteren allemaal kleine stukjes echt mens door je lokaal. Een halfslachtige spreekoefening bij Engels slaat om in een echte discussie over wat er nu in de wereld gebeurt. Ineens praten ze wel, blijken ze allemaal een mening te hebben. Als ik toetsen teruggeef maakt de opluchting op een gezicht de verstopte vrees zichtbaar, verraden ogen dat de onverschillige houding gespeeld is. Zeg ik iets over mijn eigen leven, zitten ze ineens rechtop. In de wc staat een meisje te huilen, haar vriendinnen een schil van zorgzaamheid en begrip. Ze helpen elkaar en leren samen, over hoe het allemaal werkt, in liefde en oorlog. In de pauze zie ik een brugklasser te midden van zijn vriendjes als enige woordjes leren. Dan ben je groot, al ben je pas 1 meter 50.

Mensen denken vaak dat een kameleon van kleur verandert vanwege camouflage, maar dat klopt niet. Het heeft te maken met zijn gemoedstoestand, het licht en de temperatuur van zijn omgeving. De puberkameleon is de hele dag met die omgeving bezig. Hij is nog niet zo goed in het reguleren van zijn kleur. Gelukkig maar. Gelukkig is het nog vaak zichtbaar: het zoeken, het worstelen, de pieken, de dalen, al die emoties die alle kanten opschieten. Alles wat bij het leven hoort, in een snelkookpan. Alle kleuren, en alles tegelijk. Het is net vuurwerk.

Dit delen:

door Imke De Graaf 13 december 2025
Jaren geleden werd ik heel ziek tijdens een droomvakantie naar Madagaskar. Als ik daaraan terugdenk zie ik de allerliefste piepjonge en beeldschone, in roze gestoken verpleegstertjes boven mijn bed zweven en voel ik de angst. Wat me het meest is bijgebleven van mijn terugreis naar Nederland is het gevoel van de gladde wegen in de taxi van het vliegveld naar huis. Het stond voor veiligheid, zekerheid, en het vertrouwen dat het weer goed zou komen. Thuis, Nederland, waar alles geregeld is. Ik had nooit eerder zo’n diep gevoel van dankbaarheid ervaren voor de staat van onze infrastructuur. Ik wil maar zeggen: soms gebeurt er iets waardoor je alles anders gaat bekijken en ineens heel blij bent met iets dat er altijd al was. Omdat een mens, of in ieder geval ik, dit soort waardevolle lessen snel vergeet, geeft het leven je meerdere kansen om te leren. Afgelopen zomer stond weer een droomvakantie gepland. Ik had een sabbatical genomen van begin schooljaar tot kerst en met de zomervakantie erbij konden mijn man en ik een half jaar reizen. Het afscheidsetentje met de kinderen was al achter de rug; de spullen stonden klaar in de gang. Laat ik het vervolg samenvatten door te zeggen dat het sabbatical werd omgezet in ziekteverlof en dat mijn man en ik wel een half jaar hebben gereisd, maar dan metaforisch gezien, door de medische wereld. Gisteren zat ik bij de bedrijfsarts, om te bespreken of ik weer klaar was om les te geven. Ik vertelde dat ik even de klas in gegaan was om mijn mentorleerlingen te zeggen dat ik terugkwam, en dat ik meteen daarna de wc was ingedoken omdat ik moest huilen. Hij vroeg waarom en ik kwam niet veel verder dan ‘omdat ik dacht…ik ben er weer. Ze zaten ook allemaal zo lief te kijken.’ En toen wist ik het zelf ook weer. Ik ben nog niet de oude en zie op tegen de werkdruk, de stress rondom allerlei organisatorische veranderingen en de onvoorspelbaarheid van een klas. Ik ben bang dat ik focus mis en te emotioneel reageer als het tegenzit. Maar die school, dat is mijn plek. Werken met zo’n club vijftienjarigen, al die individuen die me nieuwsgierig maken en blijven uitdagen, vind ik het allermooist. En als ik dan hoor ‘Hééé mevrouw! Bent u er weer! We hebben u gemist!’ dan voelt dat net als toen met die gladde weg. Kom maar op, 2026.
door Imke De Graaf 23 september 2024
Op een familieweekend zag ik mijn dochters (20 en 22) ineens een heel andere versie van ‘Wie is het?’ spelen. Ze stelden elkaar vragen die niets met uiterlijk te maken hadden zoals ‘Eet deze persoon vaak een emmer kip van KFC?’ of ‘Heeft de jouwe een huis vol planten?’. Het gemak waarmee ze na elke ‘ja’ of ‘nee’ personen begonnen weg te klappen was hilarisch en tot mijn verbazing lukte het een paar keer de juiste persoon te kiezen. Zo niet, dan zaten ze er heel dichtbij en volgden uitroepen als ‘Natuurlijk zit zij niet bij een leesclub! Kijk dat haar!’ We stoppen mensen in hokjes, dichten ze eigenschappen, hobby’s, voorkeuren of overtuigingen toe op basis van hun uiterlijk. Dat is evolutionair zo bepaald. Het is heel nuttig, dat we dit kunnen. Zo zien we snel wie ‘onze mensen’ zijn en wie niet. Een juiste inschatting of iemand tot de veilige groep behoorde was in de prehistorie van levensbelang. Snel kunnen oordelen hielp ons overleven. Nu de groep, zeker na de komst van het internet, onoverzichtelijk groot geworden is, helpt het indelen van mensen ons de complexiteit van de wereld te beheersen. Het geeft een gevoel van orde en het vergemakkelijkt samenwerking en het opbouwen van relaties binnen onze eigen groep. We stoppen mensen in hokjes en dat geeft niks, zolang we ons ervan bewust zijn dat we dat doen. Dan kunnen we geregeld stilstaan bij onze aannames om meer te leren over de bril waarmee we kijken, om hem vervolgens af te zetten. Actief streven naar nuance, met nieuwsgierigheid als grondhouding. Het baart mij grote zorgen dat het identiteitsdenken in deze tijden van polarisatie onder jongeren aan kracht lijkt te winnen. De focus op gedeelde ervaringen of kenmerken binnen een groep, zoals ras, gender, religie of seksualiteit, kan belangrijk zijn voor een gemeenschappelijke strijd en er is veel om voor te strijden. Er is systemisch onrecht, elke dag sterven onschuldige mensen, het lijden is groot. Ik hou van betrokken jonge mensen die zich zorgen maken over het lijden van anderen en de toekomst van onze planeet en die willen vechten voor een betere wereld. Maar de manier waarop, met deze focus op één kenmerkend aspect, leidt er toe dat mensen gereduceerd worden tot die ene identiteit. Palestijn, Jood, boer, klimaatactivist, et cetera. De ‘wij’ of de ‘zij’. Verschillen worden uitvergroot en stereotyperingen en vooroordelen versterkt. Precies wat we niet nodig hebben. Op school ervaar ik dat, alle goede bedoelingen ten spijt, het prioriteren van diversiteit en inclusiviteit op de manier waarop dat de laatste jaren gebeurt niet bijdraagt aan meer begrip voor elkaar. De strijd voor maatschappelijke verandering en emancipatie van minderheden wordt te vaak ideologisch gevoerd. Ik zie leerlingen die bang zijn hun mening te geven, omdat het een 'verboden' mening kan zijn. Laatst twijfelde een leerling midden in zijn zin, toen hij het had over een 'bl...b...coloured man'. Bij een les over gendergelijkheid was de irritatie in de groep voelbaar. Niemand bleek aan gelijke kansen en keuzes voor man en vrouw te denken. Gender stond alleen voor genderidentiteit. Ik heb collega's die klachten krijgen over grapjes, via ouders en directie. Leerlingen groeien niet op in een vacuüm. En onze kinderen groeien nu op in een klimaat dat niet bevorderlijk is voor kritisch denken, voor een open houding en een uitgesteld oordeel. Walt Whitman zei het al in zijn Song of Myself in 1855, ver voor het spel 'Wie is het?' bestond: ‘I am not contained between my hat and my boots’ since ‘[in] all people I see myself’. We kunnen allemaal iets van onszelf in de ander, elke ander, herkennen. We hebben meer gemeen dan we van elkaar verschillen. En niemand van ons is te reduceren tot één aspect van zijn wezen. Als je mij vrouw noemt, of wit, of Nederlands, of docent, weet je niet wie ik ben. Al deze kenmerken zijn belangrijk voor wie ik geworden ben en hebben elke dag invloed op de bril waarmee ik mezelf en de wereld zie, maar ze vertellen niet mijn hele verhaal. Ik hou van quinoasalade en carnaval, van filosofie en B&B Vol Liefde, van achtbanen en de hei. De bekendste regel uit het gedicht van Whitman luidt ‘Do I contradict myself? Very well then I contradict myself, (I am large, I contain multitudes)’. Dat geldt voor iedereen en dat is prachtig. Het maakt nieuwsgierig. Hoop ik.
MEER BLOGS »