Puppytraining voor pubers
Mijn zus heeft een hond. Het is een schattige labradoodle-pup met rommelig roodbruin haar, genaamd Faas. Laatst gingen we hem samen uitlaten. Ze had er inmiddels een paar lessen puppytraining op zitten en dacht dat Faas en zij klaar waren voor een stukje loslopen in het bos. Op een kruispunt van bospaden zaten drie stoere mannen in oranje hesjes uit te puffen naast een stapel boomstammen. Faas voelde meteen een klik en rende aandoenlijk tussen de mannen op en neer. Mijn zus keek even vertederd naar haar hondenbaby en wilde toen verder lopen. ‘Kom, Faas! Kom maar! Kom!....Faasje, kom!’ Faas kwam niet. Na rustig en kordaat probeerde ze het gehurkt en een octaaf hoger. Faas kwam niet en de mannen hadden lol.
Wat gezucht, gedoe, gelach en hondensnoepjes verder liep Faas weer braaf aan de lijn. ‘Nou ja, ik heb ook pas drie lessen gehad’, zei mijn zus. Ik bedacht dat puppytraining eigenlijk voor iedereen een goeie les is, ook als je geen hond hebt. Om te ervaren dat je alleen met geduld en veel oefenen kunt voorkomen dat je pup met zijn aangeboren nieuwsgierigheid de duur en de route van de middagwandeling bepaalt. Ouders die wanhopen over het gebrek aan focus van hun kind tijdens het huiswerk maken en collega’s die klagen over het telefoongebruik van hun leerlingen hebben andere verwachtingen van jongeren dan mijn zus van Faas. Mijn zus nam Faas niks kwalijk. Hij volgde gewoon zijn neus.
Het puberbrein is een brein in ontwikkeling. Het is met name gericht op de korte termijn. Een positieve prikkel NU wint het bij de meeste jongeren met gemak van een gewenst doel op langere termijn. Zeker als de prikkel iets te maken heeft met andere jongeren, want aansluiten bij de peergroup heeft prioriteit. Een TikTok-filmpje is voor een tiener als een verse drol voor Faas. De natuurlijke neiging te kijken is sterk. Het heeft niet zoveel te maken met ‘eigenlijk wel weten dat het beter is om nu echt even wiskunde te doen’, met onwil of met luiheid. De aandacht wordt gekaapt en weg is je kind.
Een TikTok-filmpje is voor een tiener als een verse drol voor Faas.
De overeenkomst tussen een puppy en een puberbrein helpt ons bedenken welke houding past bij de begeleiding van pubers en hoe een puppytraining voor pubers eruitziet.
1. Houd oog voor de puppy in je puber.
Het is heel moeilijk Faas irritant te vinden. Kijk die foto. Als hij niet luistert, alles vies maakt, de nieuwe bank onderplast en zijn speeltjes binnen een dag sloopt is dat niet leuk, maar HIJ is even schattig. Want ja, hij is nou eenmaal een pup, en het hoort er allemaal bij. Hetzelfde geldt voor je puber. Brutaal doen, of humeurig, over grenzen gaan en steeds maar weer bezig zijn met dingen die er volgens jou niet zoveel toe doen, is typisch pubergedrag. Het hoort bij de levensfase van je kind, dat daardoor leert zelfstandig te worden. Als je moeite hebt met de manier waarop je puber zichzelf en de wereld ontdekt, hou jezelf voor dat dit jouw puppy is. Even nieuwsgierig en zoekend als toen hij of zij een peutertje was. Ook als ze inmiddels 1.80 m zijn, en hard hun best doen er niet meer schattig uit te zien.
2. Het richten van de aandacht is een vaardigheid die je kunt trainen.
Bij de puppycursus wordt het eindeloos herhaald, als ik mijn zus moet geloven. Ongepast gedrag negeren, gewenst gedrag belonen. Elk goed uitgevoerd commando uitvoerig prijzen, en een snoepje erin. De basis werkt ook voor je puber. Het lukt niet vanzelfsprekend om elke dag zonder morren een uur huiswerk te maken. En als je denkt dat jij dat vroeger wel alle dagen deed…think again. De meeste tieners vinden het moeilijk. Hoe help je kinderen die het niet lukt zich op hun huiswerk te concentreren? Ga ervan uit dat ze vaak afgeleid raken, zodat je niet geïrriteerd reageert als dat inderdaad gebeurt. Geduldig opnieuw beginnen. Kleine stukjes tegelijk, pas iets erbij als het lukt. Als jouw kind al na tien minuten begint te draaien, dan begin je met tien minuten. Tien minuten huiswerk maken, en dan even een mini-beloning: een compliment, een duim omhoog, een vrolijk liedje luisteren, iets drinken. Ook naast het huiswerk maken zijn er heel veel manieren om te oefenen met het richten van de aandacht. Bij aandachtsoefeningen hoef je heus niet stil te zitten op een kussen in een wierookgeur. Wat bijvoorbeeld ook kan:
- Met je ogen dicht luisteren naar de geluiden die je hoort. Benoem het geluid dat het verst weg is en ga langzaam door dat je bij je eigen ademhaling bent.
- Beschrijf iets zo nauwkeurig dat een ander, die het niet ziet, het kan tekenen (en probeer dit uit, samen!).
- Probeer zo lang mogelijk stil te staan op één been, als het makkelijk is met je ogen dicht.
- Proef iets alsof het de laatste keer is dat je het zult eten in je leven.
- Volg je ademhaling en tel in je hoofd tot 4 bij elke inademing, en tot 6 bij elke uitademing.
- Ga wandelen en focus je aandacht op alles van een vooraf gekozen kleur (kies ieder een eigen kleur) of op vogelgeluiden.
3. Laat je pup los wanneer het kan.
Sommige honden kunnen nergens loslopen, omdat hun baasjes er niet op kunnen vertrouwen dat ze terugkomen als ze geroepen worden. Andere honden lopen probleemloos mee. Jij weet zelf wel wat voor puberpup je hebt. Jij bepaalt hoeveel vrijheid je kind aankan. Als jouw kind zijn huiswerk vergeet zo gauw er een appje binnenkomt, dan betekent ‘aan de lijn’ in jouw geval misschien huiswerk maken zonder telefoon. Of aan de keukentafel. Gaat het goed, dan kan er steeds een beetje meer.
Een puppy wordt niet vanzelf een voorbeeld-huisdier. Een kind wordt niet vanzelf een zelfstandige student. Voor allebei geldt: oefening baart kunst en wij wandelen eerst een hele tijd mee. Tot zover de overeenkomsten. De verschillen zijn er ook. Het enthousiasme waarmee een puppy je elke ochtend weer begroet! Nét een puber…toch?
Dit delen:

