Coddiwomple

Imke De Graaf • 14 september 2020
Op de website die ik voor mijn lessen Engels gebruik plaats ik vaak een Word of the Week, een taalgrapje of een vertaalblunder. Op zoek naar een toepasselijk woord voor mijn zoekende gedrag voor de klas in de afgelopen weken, stuitte ik op ‘coddiwomple’. Een schot in de roos. Coddiwomple klinkt optimistisch en gemoedelijk en betekent ‘to travel in a purposeful manner towards a vague destination’, oftewel ‘doelgericht op weg naar een onbekende bestemming’. 

Ondanks de duidelijke regels over wie wanneer waar mag lopen in de school in Coronatijd, bevind ik me nog wel eens per ongeluk in het verkeerde trappenhuis of in de danger zone/gang tijdens de leswissel. Er is dan weinig doelgericht aan mijn loopje. Maar metaforisch gezien…ja: I’m a coddiwompler by nature. Al moet ik lesgeven aan 25 leerlingen in een lokaal en tegelijkertijd aan 5 thuis via de laptop, vanuit mijn afgebakende safe zone achter plexiglas, zonder te weten wat dit op de langere termijn voor het onderwijs betekent, ik ga toch purposeful aan de slag. Probeer een nieuwe, andere manier te vinden om leerlingen persoonlijke aandacht te geven, te differentiëren en te inspireren. Op afstand.

Coddiwompling is in het onderwijs een must. Maar volgens mij is het een vaardigheid die we, zeker nu, allemaal nodig hebben. De toekomst is onzeker en verlammende angst geen goede raadgever. Wie coddiwomplet gaat op pad, ook als de eindstreep in mist gehuld is. Hij stapt stevig door, misschien niet zeker van zijn route maar wel van hoe hij lopen wil. Wie coddiwomplet bedenkt niet eerst waar hij naar toe wil, maar hoe hij wil zijn. Laatst had ik op zakelijk vlak met wat tegenslag te maken. Het sloeg een gat in mijn agenda en rammelde even flink aan mijn mensbeeld, maar gelukkig bedacht ik vrij snel dat ook een onverwachte bocht in de weg niet bepaalt of en hoe ik verder loop. Moedig voorwaarts, met oog voor het landschap en de leuke mensen langs de route.

Je waarden, want daar gaat het om, bieden houvast bij de hobbels in de weg. Als je twijfelt aan je route of als doelen onhaalbaar lijken, helpt het om uit te gaan van je waarden. Ik hoop dat ik mijn leerlingen kan leren coddiwomplen. Hoe de wereld er straks uit ziet, met die continu veranderende arbeidsmarkt, kan ik ze niet zeggen. Maar ik kan ze helpen ontdekken wat voor reiziger ze zijn. Hoe ze willen lopen. En voor mijn cliënten, die op hun eigen kruispunt zijn aangekomen, geldt hetzelfde.  Dus nu, twee dagen na de ontdekking van dit woord, overweeg ik al een poster met de definitie voor in het kantoor van de decanen op school, of voor in mijn praktijkruimte. Let’s just all coddiwomple into a bright future.


Dit delen:

door Imke De Graaf 13 december 2025
Jaren geleden werd ik heel ziek tijdens een droomvakantie naar Madagaskar. Als ik daaraan terugdenk zie ik de allerliefste piepjonge en beeldschone, in roze gestoken verpleegstertjes boven mijn bed zweven en voel ik de angst. Wat me het meest is bijgebleven van mijn terugreis naar Nederland is het gevoel van de gladde wegen in de taxi van het vliegveld naar huis. Het stond voor veiligheid, zekerheid, en het vertrouwen dat het weer goed zou komen. Thuis, Nederland, waar alles geregeld is. Ik had nooit eerder zo’n diep gevoel van dankbaarheid ervaren voor de staat van onze infrastructuur. Ik wil maar zeggen: soms gebeurt er iets waardoor je alles anders gaat bekijken en ineens heel blij bent met iets dat er altijd al was. Omdat een mens, of in ieder geval ik, dit soort waardevolle lessen snel vergeet, geeft het leven je meerdere kansen om te leren. Afgelopen zomer stond weer een droomvakantie gepland. Ik had een sabbatical genomen van begin schooljaar tot kerst en met de zomervakantie erbij konden mijn man en ik een half jaar reizen. Het afscheidsetentje met de kinderen was al achter de rug; de spullen stonden klaar in de gang. Laat ik het vervolg samenvatten door te zeggen dat het sabbatical werd omgezet in ziekteverlof en dat mijn man en ik wel een half jaar hebben gereisd, maar dan metaforisch gezien, door de medische wereld. Gisteren zat ik bij de bedrijfsarts, om te bespreken of ik weer klaar was om les te geven. Ik vertelde dat ik even de klas in gegaan was om mijn mentorleerlingen te zeggen dat ik terugkwam, en dat ik meteen daarna de wc was ingedoken omdat ik moest huilen. Hij vroeg waarom en ik kwam niet veel verder dan ‘omdat ik dacht…ik ben er weer. Ze zaten ook allemaal zo lief te kijken.’ En toen wist ik het zelf ook weer. Ik ben nog niet de oude en zie op tegen de werkdruk, de stress rondom allerlei organisatorische veranderingen en de onvoorspelbaarheid van een klas. Ik ben bang dat ik focus mis en te emotioneel reageer als het tegenzit. Maar die school, dat is mijn plek. Werken met zo’n club vijftienjarigen, al die individuen die me nieuwsgierig maken en blijven uitdagen, vind ik het allermooist. En als ik dan hoor ‘Hééé mevrouw! Bent u er weer! We hebben u gemist!’ dan voelt dat net als toen met die gladde weg. Kom maar op, 2026.
door Imke De Graaf 23 september 2024
Op een familieweekend zag ik mijn dochters (20 en 22) ineens een heel andere versie van ‘Wie is het?’ spelen. Ze stelden elkaar vragen die niets met uiterlijk te maken hadden zoals ‘Eet deze persoon vaak een emmer kip van KFC?’ of ‘Heeft de jouwe een huis vol planten?’. Het gemak waarmee ze na elke ‘ja’ of ‘nee’ personen begonnen weg te klappen was hilarisch en tot mijn verbazing lukte het een paar keer de juiste persoon te kiezen. Zo niet, dan zaten ze er heel dichtbij en volgden uitroepen als ‘Natuurlijk zit zij niet bij een leesclub! Kijk dat haar!’ We stoppen mensen in hokjes, dichten ze eigenschappen, hobby’s, voorkeuren of overtuigingen toe op basis van hun uiterlijk. Dat is evolutionair zo bepaald. Het is heel nuttig, dat we dit kunnen. Zo zien we snel wie ‘onze mensen’ zijn en wie niet. Een juiste inschatting of iemand tot de veilige groep behoorde was in de prehistorie van levensbelang. Snel kunnen oordelen hielp ons overleven. Nu de groep, zeker na de komst van het internet, onoverzichtelijk groot geworden is, helpt het indelen van mensen ons de complexiteit van de wereld te beheersen. Het geeft een gevoel van orde en het vergemakkelijkt samenwerking en het opbouwen van relaties binnen onze eigen groep. We stoppen mensen in hokjes en dat geeft niks, zolang we ons ervan bewust zijn dat we dat doen. Dan kunnen we geregeld stilstaan bij onze aannames om meer te leren over de bril waarmee we kijken, om hem vervolgens af te zetten. Actief streven naar nuance, met nieuwsgierigheid als grondhouding. Het baart mij grote zorgen dat het identiteitsdenken in deze tijden van polarisatie onder jongeren aan kracht lijkt te winnen. De focus op gedeelde ervaringen of kenmerken binnen een groep, zoals ras, gender, religie of seksualiteit, kan belangrijk zijn voor een gemeenschappelijke strijd en er is veel om voor te strijden. Er is systemisch onrecht, elke dag sterven onschuldige mensen, het lijden is groot. Ik hou van betrokken jonge mensen die zich zorgen maken over het lijden van anderen en de toekomst van onze planeet en die willen vechten voor een betere wereld. Maar de manier waarop, met deze focus op één kenmerkend aspect, leidt er toe dat mensen gereduceerd worden tot die ene identiteit. Palestijn, Jood, boer, klimaatactivist, et cetera. De ‘wij’ of de ‘zij’. Verschillen worden uitvergroot en stereotyperingen en vooroordelen versterkt. Precies wat we niet nodig hebben. Op school ervaar ik dat, alle goede bedoelingen ten spijt, het prioriteren van diversiteit en inclusiviteit op de manier waarop dat de laatste jaren gebeurt niet bijdraagt aan meer begrip voor elkaar. De strijd voor maatschappelijke verandering en emancipatie van minderheden wordt te vaak ideologisch gevoerd. Ik zie leerlingen die bang zijn hun mening te geven, omdat het een 'verboden' mening kan zijn. Laatst twijfelde een leerling midden in zijn zin, toen hij het had over een 'bl...b...coloured man'. Bij een les over gendergelijkheid was de irritatie in de groep voelbaar. Niemand bleek aan gelijke kansen en keuzes voor man en vrouw te denken. Gender stond alleen voor genderidentiteit. Ik heb collega's die klachten krijgen over grapjes, via ouders en directie. Leerlingen groeien niet op in een vacuüm. En onze kinderen groeien nu op in een klimaat dat niet bevorderlijk is voor kritisch denken, voor een open houding en een uitgesteld oordeel. Walt Whitman zei het al in zijn Song of Myself in 1855, ver voor het spel 'Wie is het?' bestond: ‘I am not contained between my hat and my boots’ since ‘[in] all people I see myself’. We kunnen allemaal iets van onszelf in de ander, elke ander, herkennen. We hebben meer gemeen dan we van elkaar verschillen. En niemand van ons is te reduceren tot één aspect van zijn wezen. Als je mij vrouw noemt, of wit, of Nederlands, of docent, weet je niet wie ik ben. Al deze kenmerken zijn belangrijk voor wie ik geworden ben en hebben elke dag invloed op de bril waarmee ik mezelf en de wereld zie, maar ze vertellen niet mijn hele verhaal. Ik hou van quinoasalade en carnaval, van filosofie en B&B Vol Liefde, van achtbanen en de hei. De bekendste regel uit het gedicht van Whitman luidt ‘Do I contradict myself? Very well then I contradict myself, (I am large, I contain multitudes)’. Dat geldt voor iedereen en dat is prachtig. Het maakt nieuwsgierig. Hoop ik.
MEER BLOGS »